Magische momenten vind ik dat. Zoals bij: opeens weet je het: Ik word treinmachinist. Het is vaak op ontspannen momenten. Zo had ik het tijdens mijn promotieonderzoek meerdere keren. Dan kreeg ik tijdens het hardlopen opeens helder hoe ik verder moeste met een artikel.
Soms zie je ook iets dergelijks in groepen ontstaan. Zo liet ik vorige week op het wonca congres een filmpje van The Jetsons zien. Een tekenfilm uit de jaren 60 van een gezin dat net als de Flinstones in Bedrock woonden. In het filmpje geeft een jongetje aan zijn moeder aan dat hij ziek is en niet naar school kan. Oh zegt moeder: wacht maar even ik bel de dokter en drukt op een knop, waarop een scherm uit het plafond komt en de dokter te zien is die vanaf het scherm het kind beoordeelt en een advies geeft. Na het filmpje vraag ik aan de aanwezigen: waarom laat ik dit filmpje zien? En dan krijg ik vaak reacties in de trant van: geen idee, het gaat over een nieuw virus of zo? Tot het doordringt dat dit filmpje 60 jaar geleden gemaakt is, in een tijd dat nog geen internet bestond of mobiele telefonie en al helemaal geen beeldbellen. En dan komt het inzicht: iemand had iets bedacht wat nog helemaal niet kon in die tijd, maar uiteindelijk wel gerealiseerd werd en nu zo normaal is dat het al niet eens meer opvalt. Het zegt iets over hoe onze blik beperkt wordt door onze eigen gedachten en ervaringen. Ik hoop dat we zo ook naar de out of the box ideeën kijken van onze aios, waarvan we nu zouden kunnen zeggen dat kan nooit te realiseren zal zijn.
Zo had ik dus het nummer Hey girl van Gruppo Sportivo uit de jaren 80 op staan en voor de zoveelste keer luisterde naar: She says your nose is running Honey, I said sorry but it’s not. En toen drong het opeens tot me door: het laatste woord dat hij zingt is: snot.